Historie

De molen is in 1884 gebouwd door molenaar van Himbergen uit Woensel (Eindhoven) in opdracht van Marcellus van den Eijnden uit Dommelen. Deze wilde eerst een stellingmolen hebben, maar wijzigde noodgedwongen zijn plannen toen tijdens de bouw een groot ongeluk gebeurde: op 17 oktober 1883 stortte tijdens de bouw de op dat moment ruim 15 meter hoge romp in; hierbij was één dode te betreuren.

Deze molen komt voor op verschillende schilderijen en tekeningen van Vincent van Gogh.
In 1887 verleende de gemeente vergunning om de molen geschikt te maken voor het olieslaan. Van den Eijnden kocht daartoe bij zijn Heezer collega Van Asten twee slagheien met toebehoren en een tweetal kantstenen uit diens oliemolen aan de Leenderweg (St. Viktor).

Het olieslagwerk bevond zich op de begane grond van de molen en was tot de sloop in 1930 in gebruik.
Inmiddels was in 1898 Hendricus Merks, een molenaar uit Boxtel, eigenaar van de molen geworden. Later ging de molen over naar zijn zoon Arnoldus Martinus.

Toen in de 2e Wereldoorlog na de bevrijding van St.-Oedenrode door de geallieerden bleek dat de molen van J. in ’t Zandt op het Hoogeind te zwaar beschadigd was om weer hersteld te worden, verhuisde het engels kruiwerk naar De Roosdonck.
In 1959 raakte De Roosdonck buiten bedrijf en trad zwaar verval in. Om de molen te kunnen behouden, kocht de gemeente Nuenen de molen in 1970.

In 1972, 1984 en in 1996 zijn aan de molen restauraties uitgevoerd.
In de jaren 1995 kwam de molen weer in particuliere handen en werd voor het vergaren van onderhoudsfondsen de stichting Vrienden van de Roosdonck opgericht.